25 April 2024
 

Kilometers vreten

Toegevoegd: 4 februari 2006

Bilbimma, Bolgatanga, 26 tot en met 28 januari 2006

Drie dagen bikkelen we door om zo snel mogelijk terug in Burkina te zijn. De eerste dag komen we tot Bilbimma, nadat we in 3 verschillende tro-tro's hebben gezeten. We zijn vies en moe, maar vergeleken met de dag erop is het niets. Vanuit Bilbimma kunnen we in 1 keer naar Tamale. We denken geluk te hebben, maar niets is minder waar. De tro-tro gaat met een enorme omweg, over rode stoffige wasbordwegen. Onder het stof en plakkend van het zweet proppen we onszelf in een tro-tro naar Bolgatanga. Voor het eerst hoeven we geen ruzie te maken over de prijs. Met een houten reet arriveren we in het begin van de avond in Bolgatanga. Zo vies zijn we nog nooit geweest en in het vriendelijke en niet al te schone Christian Mother's House vinden we een kamer. Onder de douche kleurt het water dat van ons afstroomt rood.

Zaterdag doen we het wat rustiger aan, even op het gemak ontbijten, onze cedis wisselen in CFA's en we kunnen weer gaan. Met een taxi-brousse naar de grens en ons stempeltje 'Ghana uit' halen. Tot nu toe gaat het steeds zo makkelijk, tot we bij de Burkinabeze douane komen. Onze visa is nog 11 dagen geldig, maar de douanier zegt glashard dat het visum verlopen is. We blijven rustig zitten, kijken zo onschuldig mogelijk en proberen in onze (nog steeds) erbarmelijke kennis van Frans uit te leggen dat het visum echt nog geldig is. Na een half uur lijkt hij het te moeilijk te vinden om ons uit te leggen dat hij eigenlijk gewoon geld van ons wil en zegt: ' 'd' Accord' en we hebben na een half uur peentjes zweten ook ons 'Burkina in' stempeltje. We moeten lopend Burkina in en duiken onze zoveeltste taxi-brousse in. Rechtstreeks naar Ouaga zeggen ze. Ze vertellen er alleen niet bij dat er om de 50 meter iemand in- of uitgeladen moet worden. Hoewel onze billen nu echt eeltplekken beginnen te krijgen, zijn we opgelucht weer in Burkina te zijn. Heerlijk, even geen moeilijk gedoe, gewoon even leuk kletsen met een medepassagier en de chauffeur. tegen de avond komen we aan in de Charles Dufour Fondation. Adama, Kibsa en Awa springen op als ze ons zien en geven ons dikke knuffels. Het voelt echt als thuiskomen.