25 April 2024
 

Prinsheerlijk slapen in fort Groot Freedericksburg

Toegevoegd: 21 januari 2006

 

Princesstown, 6 tot en met 9 januari 2006

Wonderbaarlijk snel zijn we er: Princesstown. De naam schept heel wat verwachtingen, net als de beschrijving in de LP. Het is een dorpje aan de kust, met een van de mooiste stranden van Ghana en dat nog niet ontdekt is door het grote toerisme. We kunnen er niet in 1 keer komen. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat er nog niet veel toeristen komen. Onze tro-tro gooit ons eruit bij het pad dat naar fort Groot Freedericksburg gaat; de enige plak om te overnachten volgens de LP. Het is een wat steile klim de heuvel op. Onze eerste indruk is dat het fort meer een ruine is. Het is er doodstil. Even twijfelen of we er nog wel kunnen overnachten. Ik roep maar 'Hello! Hello?', maar krijg geen antwoord. Er is geen teken van leven te zien. Net als we ons willen omdraaien, zegt Marnix nog even boven te kijken. En jawel, blijkt er toch heus een guesthouse op de bovenverdieping te zitten. De eigenaar was zo verdiept in zijn loterijbriefjes, dat hij ons niet gehoord had. We zijn de enige gasten, naast een 'Pool' (vanwege de niet al te goede verstandhouding van nationaliteit veranderd) die al maanden in het torenkamertje bivakkeert. Het is de steile klim meer dan waard. De zeewind waait ons om de oren en we hebben een uitzicht om 'u' tegen te zeggen. Fantastisch, ja, zelfs paradijselijk. Welke kant je ook opkijkt: lange witte stranden met palmbomen en de blauwe zee, die woest tegen de rotsen en kust opbeukt. Het dorp ligt tegen het strand aan en daarachter zien we hoe de groene toppen van de jungle zich direct aan elkaar rijgen en het dorp insluiten.

Zwemmen is wat lastiger in Ghana. De onderstroom van de zee is zo sterk dat het zwemmen zelfs gevaarlijk maakt. Hoe sterk merken we de volgende dag, als we de rivier, die halverwege het strand de zee instroomt (of precies andersom), willen doorwaden om op het mooie stuk strand te kunnen komen. We staan er tot onze kuiten in en voelen hoe de zee trekt en duwt. Dat gaan we dus maar niet doen. We lopen naar de andere kant van het fort en vinden een klein strandje, verscholen tussen de rotsen. De zee is er nog net zo wild, maar we wagen ons er toch in en poedelen wat rond.

De volgende dag nemen we wat geld mee en lopen weer naar de rivier toe. Met een kano worden we veilig aan de andere kant weer afgezet. Op een compleet verlaten, prachtig strand, rennen we de zee in, die nog bozer lijkt te worden omdat wij erin rond spatten. Enorme hoge golven komen op ons af en werpen zich briesend op het strand. Weer voelen we de enorme zuigkracht van de zee en blijven veilig in het ondiepe.

Elke avond en ochtend eten we bij Grace Fast Food, wat eigenlijk slow food is omdat je het van te voren moet bestellen. Grace, de vrouw van Joseph (de eigenaar van het guesthouse) is een goede kok. Haar restaurantje zit halverwege de heuvel, omgeven door weelderige bananenplanten en bloeiende struiken. Krekels tjilpen en vogels (zelfs ijsvogels!) kwetteren. We smullen er van jollof rijst met vers gebakken vis, heerlijke omeletjes, geperste (ongezoete) sinaasappelsap, ananas en iets minder van de fufu met groundnutsoup. Het maakt Princesstown tot een waar paradijsje in Ghana. De enigen die dit een beetje verstoren, zijn de agressieve denguemuggen in de middag en de 'Pool' de hele dag door.

De laatste avond wordt het laat. Dit is een beetje traditie aan het worden. We zitten bij Grace met Steve (een humoristische Ghanese rasta, die super relaxed is en voor de aangename verandering niets anders van ons wil dan gezellig kletsen), Savannah en Sanne (2 Nederlandse verpleegkunde studentes, die 4 maanden stage hebben gelopen in Ghana) en Wolf (een Duitser, die als free lance grafisch ontwerper 20 maanden in Accra heeft gewerkt). Savannah en Sanne vertellen gruwelijke, maar toch ook lachwekkende, verhalen over het ziekenhuis in Techiman. Hun verhaal over de beenamputatie wil ik jullie niet onthouden. Ze mochten al assisteren bij operaties en amputaties, zelfstandig bevallingen doen en infusen aanleggen. Zo waren ze ook aanwezig bij een beenamputatie, dat met een gewone zaag afgezaagd werd en vervolgens bij het grof vuil gezet werd, open en bloot! We hebben zwaar respect voor die meiden. Ze doen me heel erg denken aan Monique en mijzelf, toen we stage liepen in Kenya. Heerlijk onbevangen. Een genot om een avond mee door te brengen. Mar is helemaal in zijn nopjes dat hij met Wolf weer even over zijn vak kan praten. En Steve blijkt veel door Ghana en Burkina Faso gereisd te hebben en verteld over alle plekken waar hij geweest is.