16 April 2024
 

Rian en Mar in Myanmar

Toegevoegd: 3 december 2006

Yangon, 3 tot en met 5 november 2006

Misschien vragen jullie je af waarom we naar Myanmar gaan, terwijl de nobelprijs winnares voor de vrede, Aung San Suu Kyi, juist oproept voor een totale boycot. We hebben lang getwijfeld en de twijfel is er nog steeds. De balans is alleen doorgeslagen naar 'toch gaan' na het lezen van een quote van een man uit Cambodja en die is als volgt:

'Please don't boycott Burma. We know what that's like. The poor get poorer and the rich keep driving in their fancy cars'.

Nadat we anderhalve dag in het toeristische, flitsende Bangkok hebben doorgebracht, landen we drie november, vroeg in de ochtend in Yangon. We zijn van plan om in The White House te gaan slapen omdat ze 'funky rooms' hebben volgens de LP. Maar de reizigersfatigue slaat ook bij ons toe en als we een verlegen jongen zien staan met een bordje 'Motherland Inn 2', kiezen we voor het gemak en de gratis rit. Het is een goede keus blijkt later als we een reiziger spreken die een nacht in The White House heeft doorgebracht. De 'funky rooms' zijn vooral donker, lawaaierig, benauwd en raamloos. Het enige nadeel van Motherland is dat het zeker 25 minuten lopen is naar het centrum. Als Yangon al zoiets heeft als een centrum. En dan het welkom in Motherland: onvoorstelbaar warm. Om een voorbeeld te geven, hier begint de welkomsbrief mee die op elke kamer ligt:

'We are very proud and satisfied that you have chosen our guesthouse. We wish you peace of mind during your stay with us. Don't hesitate to ask for any information you need. Our staff will try to answer your questions'.

Zeg nou zelf, wie wil daar nou niet logeren?

We verkennen eerst de buurt en zijn verrast door de vriendelijkheid van de mensen. Van de overkant van de straat worden enthousiast naar ons gezwaaid, iedereen groet en lacht naar ons. Ik krijg de indruk dat ze juist heel blij zijn dat we hun land bezoeken. Alsof onze aanwezigheid het bewijs is dat de wereld hun niet vergeten is, dat ze bestaan en nog meetellen. We beginnen steeds meer het gevoel te krijgen dat onze keus om te gaan de juiste is geweest.

Geld wisselen in Myanmar gaat niet makkelijk. Kamers kunnen in dollars worden betaald, maar dat moeten dan wel hele, onbeschreven nieuwe briefjes zijn. Om de voor ons onduidelijke reden worden briefjes die beginnen met het nummer CB niet geaccepteerd. We wisten dit gelukkig in Nepal al en hebben al onze beschadigde, oude en CB-briefjes ingewisseld voor gloednieuwe dollarbiljetten. De banken geven een belabberde koers; een tactiek van de overheid om hun zakken nog wat meer te laten uitpuilen. Wisselen doe je op de zwarte markt, oftewel op straat. De straat rond Mahabandoola Garden en de Aung San Boyoke markt zijn de aangewezen plekken. We proberen ons geluk bij de Mahabandoola Garden. Na enig onderhandelen spreken we een goede koers af. We wachten in een theetentje tot de man terugkomt met het geld. Even voor alle duidelijkheid, onze dollars zitten natuurlijk nog veilig in onze zakken. Hij komt met stapels kyatts aan en begint voor onze neus na te tellen. We tellen mee en het lijkt te kloppen. Maar we zijn niet gek, we tellen dat zelf ook nog even na. De mannen schuiven onrustig op hun stoelen heen en weer en proberen ons tijdens het tellen te storen. Het voordeel is dat we met z'n tweeen zijn en altijd iemand ongestoord kan doortellen. Wat eerst precies 100.000 kyatt leek te zijn, is nu nog maar 82.000 kyatt. Hoe ze het doen is me een raadsel, maar deze heren wilden ons even 18.000 kyatt (zo'n 15 dollar) lichter maken. We kijken de mannen eens aan, geven zonder een woord te zeggen het geld terug en lopen naar buiten.

De markt is een betrouwbaardere plek om te wisselen. Ze geven ons een iets lagere koers, maar geven ons alle tijd om het geld na te tellen. Het klopt tot op de cent nauwkeurig. Met de stapels geld in onze zakken ter waarde van 400 dollar, pakken we toch maar even een taxi terug naar het hotel.

Yangon is een stad om niet al te lang te blijven. De straten en huizen zijn in een belabberde staat. De verloederde hoofdstad is een teken aan de wand dat hier een overheid regeert, die dit land leegrooft en niets teruggeeft. De grote attractie van de stad, de Shwedagon Paya (tempel), schittert, in schril contrast met de rest van de stad, bovenop een heuvel van het goud. Niet dat de overheid hier iets mee te maken heeft. Zij vangen alleen het geld (5 dollar)dat toeristen moeten betalen om naar binnen te mogen. Nee, de mensen in Myanmar zijn zo religieus dat zij zelf deze Shwedagon Paya onderhouden. We bewaren de Shwedagon Paya voor onze laatste dag in Myanmar. We denken erover om eerst naar het strand te gaan, maar veranderen op het laatste moment van gedachten en kopen een busticket naar Nyaung Shwe aan het Inle meer.