19 April 2024
 

Xi'an, waar de terracottasoldaatjes staan

Toegevoegd: 31 augustus 2006

Xi'an, 18 tot en met 22 augustus 2006

De hardsleeper tickets waren al op, dus hebben we genoegen genomen met hardseat tickets. Het klinkt niet goed 'hardseats' voor een elf tot twaalf uur durende reis naar Xi'an.

De hal staat vol met duwende en trekkende mensen, die niet voor terug schrikken om medepassagiers opzij te beuken. We wurmen ons er tussen en dringen lekker mee, want ook wij willen gewoon onze tassen kwijt kunnen. Maar we zijn te laat. De poorten zijn al open en de krioelende massa beweegt zich richting perron. Tegen de tijd dat wij onze coupe en zitplaats hebben gevonden, puilen alle bagagerekken uit. Er blijft maar een ding over en dat is onze tassen onder de banken te schuiven. Aan de ene kant zijn twee zitplaatsen tegenover twee zitplaatsen en aan de andere kant staan drie stoelen tegenover drie stoelen. De coupe is schattig aangekleed met blauwe gordijntjes en bijpassende blauwe stoelbekleding. We hebben geen geluk en zitten in de drie-tegenover-drie, samen met de vrouwelijke helft van een familie, een kleine baby op schoot. De mannen staan de hele reis. Waarschijnlijk hadden ze geen geld voor tickets voor iedereen en hebben de mannen de goedkoopste tickets: staanplaatsen. Op het laatste moment komt een Frans stel binnen gestormd, bezweet en gestresst. Het meisje komt bij ons zitten, haar vriend moet een bank verderop zitten.

Na een uur is de coupe niet meer te herkennen. Overal om ons heen wordt op de grond gerocheld en gespuugd, het afval op de grond gegooid en de moeder laat haar baby, die we in eerste instantie erg lief vonden, op de grond pissen. Dat onze tassen onder de bank liggen maakt haar kennelijk niets uit. Het is een regelrechte zwijnenstal geworden. De families met een kind, kunnen alleen maar aandacht geven aan hun veeleisende, over het paard getilde zoontje of dochter. Het is een neveneffect van het een-kind-beleid. Stel je China over een paar jaar voor wanneer al deze tot op het bot verwende kinderen pubers zijn geworden... Opeens wordt achterin de coupe geschreeuwd. Een groep mannen staat wild met bankbiljetten te zwaaien naar een controleur in de hoop hun staan- of zitplaatsen te veranderen in hardsleepers van passagiers die kennelijk de trein hebben gemist. Ik sluit mijn ogen en probeer me af te sluiten van dit stukje China dat me gestolen kan worden.

We komen doodmoe aan in Xi'an. Voor het eerst tijdens onze reis hebben we een bed gereserveerd in het Shishuan Youth Hostel. Buiten het station staat een man netjes ons op te wachten. Het Franse stel, Julia en Gerome, gaan ook mee. We verwennen onszelf een keertje met een kamer van 90 yuan. Dat hebben we wel verdiend na zo'n reis.

De hele reden om naar Xi'an te gaan is natuurlijk het terracotta leger, maar we wachten tot na het weekend om ernaar toe te gaan. Vermoedelijk loopt de helft van China er dan rond en na onze ervaring met de Verboden Stad willen we die meute graag ontlopen. We lummelen dus eigenlijk maar wat rond. Op de moslimwijk na, die vooral 's avonds gezellig is met eetstalletjes waar we heerlijke spicy lamskebabs eten, is Xi'an een kopie van Beijing, zonder de oude hutongs, die Beijing zijn charme geven, en een stukje kleiner. Straat na straat staat vol met moderne winkelcentra. Ik heb nog nooit zoveel Prada en Gucci winkels bij elkaar gezien. Zelfs Singapore kan niet aan China tippen. Alleen vinden wij er geen reet aan. Meer en meer blijven we in het hostel hangen en kletsen we de uren weg met Julia en Gerome.

De laatste dag voordat we naar Chengdu vertrekken, gaan we naar het terracotta leger. We pakken de bus naar het treinstation en zien voor het postkantoor tegenover het station een enorme rij mensen staan. Ze wachten allemaal voor de bus die ze naar het terracottaleger brengt. Althans dat denken we. We sluiten achteraan. Een man regelt dat elke bus tot de laatste zitplaats gevuld wordt en we kunnen met de tweede bus al mee. Onderweg stappen veel passagiers uit bij de Qin Shi Huang tombs en het museum. Dat valt dus weer mee. Maar als we bij het parkeerterrein voor het terracotta leger uitstappen zakt de moed ons in de schoenen. Voor ons worden net bussen vol toeristen gedropt.

Marijn, een Nederlands meisje in ons hostel, heeft ons aangeraden eerst hal 2, dan hal 3 en dan pas hal 1 te bezoeken. Het helpt in ieder geval om de grote massa te ontlopen. Vol verwachting lopen we hal 3 in, een gigantische moderne hal met hekken om de enorme put. We leunen allebei over het hek heen en kijken naar beneden in een groot gat met hier en daar wat scherven. Is dit alles? Ik heb het direct gezien, hier word ik niet warm of koud van. Hal 3 is ietwat beter. In de enorme put staan werkelijk een paar hele terracottta soldaten. Pas in hal 1 word ik eventjes enthousiast. De hele hal staat vol met terracotta soldaten. Allemaal hebben ze een ander gezicht. De kunstenaars hebben zichzelf als voorbeeld gebruikt om de terracotta soldaten te maken. 2000 Jaar geleden is dit leger gemaakt om samen met de koning Qin Shi Huang te begraven als symbool voor het leger dat het koninkrijk verdedigde. Het leger kan mijn enthousiasme maar even vasthouden. Archeologen worden ongetwijfeld wild als ze dit leger zien, voor mij blijven het uiteindelijk toch een heleboel oude beelden. Na 15 minuten kijken heb je ze wel bekeken. Het is de 9 euro toegangsprijs nauwelijks waard.