8 May 2024
 

Etentje bij Urnaa's familie

Toegevoegd: 12 augustus 2006

Ulaanbaatar, 24 tot en met 27 juli 2006

Om 14.00 uur rijden we het station van Ulaanbaatar binnen. Ik schrik van de hoeveelheid mensen die met bordjes van allerlei guesthouses op het perron staan. Dat past helemaal niet in mijn beeld van Mongolië! Het guesthouse Golden Gobi is ons aangeraden door andere reizigers en we zien iemand van het guesthouse staan. We wisselen snel telefoonnummers en e-mailadressen uit met Urnaa en haar moeder en beloven plechtig haar te zullen bellen.

Het guesthouse zit propvol en we moeten eerst een nacht bij een familie slapen die in de wintertijd een kinderdagverblijf hebben en in de zomertijd fungeren als noodopvang voor backpackers mocht het Golden Gobi vol zitten. De dag erna kunnen we naar de dorm in het guesthouse zelf verhuizen. Ulaanbaatar ziet er op het eerste gezicht niet erg aantrekkelijk uit. Grauwe, grijze flatgebouwen in de saaie Sovjetstijl domineren. Toch heeft die stad wel wat. Hippe boetiekjes en design restaurants wisselen elkaar af in de straten van het centrum. De Mongoliërs lopen er zeer modebewust bij. Veel van hun kleding komt van de Naran Tuul Market vandaan, oftewel de zwarte markt. Het is berucht om zijn tasjesdieven en zakkenrollers, maar we gaan er toch een kijkje nemen. Niets aan het handje, zonder problemen lopen we er uren rond. We kunnen als we willen, alle benodigde onderdelen aanschaffen voor een eigen ger, inclusief de felbeschilderde meubels waar ik zo weg van ben. Traditionele jassen, laarzen en paardenzadels maar ook hypermoderne spijkerbroeken, naaldhakken en sexy lingerie is er te koop. Het is even zoeken waar wat verkocht wordt; het is nogal een grote markt.

In het Golden Gobi worden we een beetje zenuwachtig van de andere reizigers die allemaal bezig zijn om Ulaanbaatar uit te komen, en wel zo snel mogelijk. We krijgen het ook een beetje op de heupen en gaan maar eens langs een aantal touroperators. We slaan stijl achterover van de prijzen. Onder de 35 dollar per persoon per dag is geen trip voor elkaar te krijgen. Opeens staan we voor een afschuwelijke keuze: of een tour boeken, veel zien en dus veel geld uitgeven en korter blijven of op eigen houtje rondreizen, weinig zien, minder geld uitgeven en lang blijven. Ik heb er gewoon moeite mee om niet meer zomaar alles te kunnen doen wat we willen. Een beetje teveel verwend in India.

We laten het even bezinken en bellen eerst Urnaa maar op. Het doet ons na een teleurstellende dag waarop we ontdekken dat Mongolië niet meer zo puur is als we dachten. Voor alles moet een toerist twee keer zoveel betalen als een Mongoliër of zelfs, zoals bij de Gandantegchinlen Kiid (Boedhistisch klooster), alleen maar betalen terwijl de Mongoliër gratis naar binnen kan, maar dat even ter zijde. Urnaa klinkt enthousiast als ze mijn stem hoort en nodigt ons uit voor een familieetentje de volgende avond. We zijn er heel blij mee, maar weten nog steeds niet wat we moeten doen: wel een trip of toch op eigen houtje? Besluiteloos gaan we maar slapen.

Op woensdag krijgen we de ingeving om onze bankrekeningsaldo's eens te gaan checken en wat blijkt dat een goed idee! In India hebben we zoveel uitgespaard dat we een zo'n duur tripje kunnen doen. We haasten ons naar Tseren Tours en boeken een reis van tien dagen door de Gobi en Centraal Mongolië voor de volgende dag. Om 17.00 uur maken we kennis met onze reisgenoten: Lisanne en Sander uit Amsterdam. We hebben direct een goed gevoel bij ze.

We lopen terug naar ons guesthouse om de taart voor Urnaa en haar familie op te halen. Iets over 18.00 uur zijn we bij haar appartement en maken kennis met haar vader, haar twee broers en de vriendin van haar jongste broer. Haar moeder moet al snel weg naar een etentje met deelnemers van een congres over homeopatische geneesmiddelen, waar ze aan deelgenomen heeft. Het is erg gezellig. Op de laptop van een van de broers laten we onze website zien. Urnaa's vader laat ons de traditionele manier van tabak snuiven zien en Urnaa heeft zich uitgesloofd in de keuken. Heerlijke salades, dumplings en sushi's staan op tafel. Ze vragen of we mee willen naar een soort feest vanavond, waar traditionele dansen worden opgevoerd rond een kampvuur. Natuurlijk willen we mee. Met z'n allen, alleen Urnaa's vader blijft thuis, proppen we ons in de oude Mercedes die de familie rijk is. Het feest is in Hotel Mongolia, zo'n 15 kilometer buiten Ulaanbaatar. We zijn direct weer in de middle of nowhere. Het congres is ook in het hotel gehouden en het feestje blijkt een privefeestje te zijn voor de congresleden. We worden dus weggestuurd door de beveiligingsmensen. Maar om het hotel staat een muur waar je over heen kunt lopen en laat die muur nou precies uitzicht hebben op het feest. De Sjamanendans ziet er gevaarlijk uit en doet me ontzettend denken aan de Native Americans uit de USA. Volgens de broer van Urnaa is er ook een verband tussen de Sjamanen in Mongolië en de Native Americans. Het keelzingen is het meest vreemde geluid dat ik ooit gehoord heb. Het is bijna geen menselijk geluid meer. De goede keelzangers moeten er dan ook jaren voor trainen om dat geluid te kunnen produceren. Ondertussen hebben we vreselijk veel lol met z'n allen en we spreken met ze af om ze direct te bellen als we terug komen van onze trip.