26 April 2024
 

Trillend van woede

Toegevoegd: 21 februari 2006

Bobo Dioulasso, 31 januari 2006

De trein is maar halfvol. Twee gezette polititemannen houden een oogje in het zeil in onze wagon. Ze maken grapjes en al vlug hangt er een gezellige sfeer in onze coupe. Bij de eerse stop worden voornamelijk zakken met uien en dozen met een soort patrijzen ingeladen en gewoon onder de bankjes geschoven. Binnen no-time ruikt de hele ruimte naar uien en ligt de vloer bezaaid met veertjes en uienschilfers. De trein gaat langzaam en doet er uren langer over dan de bus. Maar het is zo de moeite waard! Het lijkt alsof de bewoners van de dorpjes langs het spoor, voor het eerst in hun leven een trein zien. Ze staan voor hun traditionele ronde hutten met rieten daken en zwaaien bijna kinderlijk naar het stuk materiaal, in hun ogen blijkbaar een levend wezen. Ik sta in de deuropening een sigaretje te roken als de trein in een klein dorpje stopt. Kinderen staren me met open mond aan. Als ik zwaai, verschijnt er de meest open en prachtige glimlach op hun gezichten. Ik begin steeds meer en meer gesteld te raken op Burkina en vooral de Burkinabe.

Na 8,5 uur komen we aan in Bobo Dioulasso, een van de weinige toeristische trekpleisters in Burkina Faso. We nemen een taxi naar Casafrika en voelen ons direct thuis in dit vriendelijke hotelletje. De ruime, koele tuin met bloeiende bougainville en mangobomen die vrucht dragen, is een ideale plek om heerlijk te relaxen. We zijn niet de enige Nederlanders. Een groepje van 3 zitten te luieren in de tuin en later voegt zich een vierde bij hun, in haar kielzog gevolgd door een goedgeklede Malinees, die duidelijk uit is op iets. We letten er verder niet zo op, totdat we haar opeens hard horen zeggen 'Ik praat niet meer met jou!' en de hele groep opstaat en de Malinees achterlaat. Voor we het weten is hij bij ons aangeschoven en vraagt om geld voor de taxibrousse, zodat hij naar huis kan. Ik weiger, maar hij blijft aandringen. Ik geef hem een paar goede redenen waarom wij niet voor zijn taxi brousse gaan betalen (hij had namelijk gewoon zijn geld opgemaakt en bedacht toen opeens dat hij nog naar huis moest) en dat wat mij betreft het gesprek afgelopen is. Hij blijft proberen. Dan zegt hij opeens 'Het is maar 500 CFA, dat is niks voor jullie!' en alle stoppen slaan door bij mij. Trillend van woede sta ik op en loop weg, voordat ik hem iets aandoe waar ik later spijt van krijg. Marnix kan er nog enigszins een positieve draai aan geven, maar ik heb zeker een kwartier nodig om af te koelen. De gozer had blijkbaar wel een beetje door dat hij te ver was gegaan en kneep hem ertussen uit.