26 April 2024
 

Gouden land

Toegevoegd: 3 december 2006

Yangon, 26 tot en met 29 november 2006

Na wederom een radbrakende nachtelijke rit van 16 uur, komen we in Yangon aan. Het is een stuk afgekoeld en we hebben het zelfs een beetje koud. Het personeel van Motherland Inn 2 herkent ons en dat geeft altijd een prettig gevoel van thuiskomen. We duiken direct ons bed in.

Pas de laatste dag komen we in actie. 's Ochtens slaan we nog wat souveniers in op de Aung San Boyoke markt en in de namiddag gaan we naar de Shwedagon Paya, Myanmars belangrijkste tempel.

De enorme gouden pagode staat op de top van een heuvel als het belangrijke visitekaartje van Myanmar. Al zou de rest van Myanmar geen goudkleurige stupas bevatten, deze stupa maakt de bijnaam van Myanmar: 'Golden Land' meer dan waar.

Het is nog heerlijk rustig binnen. We denken stiekum binnen geslopen te zijn, maar worden terug geroepen. Het kost ons vijf dollar om de tempel binnen te mogen (weer tien dollar naar de overheid). Eenmaal binnen weten we niet waar we het eerst moeten kijken. Gouden en witte pagodes zijn om de grote gouden stupa in het midden gebouwd. Een zonnebril is geen overbodige luxe voor de reflectie van het nog felle zonlicht in het goud en wit. We lopen een rondje om de grote stupa en gaan even zitten om naar het gaan en komen van de pelgrims te kijken. Een monnik, Ashi, spreekt ons aan en wil zijn Engels met ons oefenen. Samen met een vriend loopt hij nog samen met ons en rondje en neemt dan afscheid. Dan komt de volgende monnik en als die vertrokken is, weer een jongen. We beginnen ernstig te vermoeden dat het 'oefenen van Engels' een smoesje is om gewoon even met een buitenlander te kunnen praten. Ondertussen, tussen het Engels oefenen door, zie ik hoe de zonsondergang de stupa een gouden aura geeft. Zodra de felle lampen aangaan, krijgt de tempel iets weg van een kermisattractie. Veel van de Boeddhabeelden om de stupa heen, hebben als achtergrond aan- en uitflitsende lampjes. En toch, de Shwedagon Paya behoudt zelfs met de discolichtjes de sereniteit die je bij een tempel verwacht.

We verlaten het Gouden Land de volgende ochtend vroeg. Het heeft ons verrast. Het zijn vooral de bewoners, die nog een bepaalde onschuld hebben, iets dat ze zo ontzettend sympathiek maakt, die onze reis hebben gemaakt.