23 April 2024
 

Richting Nepal

Toegevoegd: 5 oktober 2006

Richting Nepal, 30 september tot en met 2 oktober 2006

In drie dagen en twee nachten rijden we naar de Nepalese grens. Zoveel eerder dan dat we wilden, maar we vluchten voor de stroom Chinese toeristen die vanaf 1 oktober op gang komt. Zij zijn bereid veel geld neer te tellen voor de jeeps, zodat er voor backpackers geen mogelijkheid meer overblijft om bijvoorbeeld aan de grens te geraken. We maken dat we wegkomen, maar stoppen nog wel even in Shigatse en Old Tingri.

Dwalen door Tashilhunpo

Vroeg in de middag komen we in Shigatse aan. Onze chauffeur Tashi zet ons bij het Tenzin Hotel af. Marnix en ik willen nu wel het klooster van de Panchen Lama's bezoeken. We lopen natuurlijk met de klok mee langs de gebouwen en zien een grote witte stupa. Het is niet de mooiste stupa die we gezien hebben, maar toch lopen we er op af. Oude vrouwtjes en mannetjes lopen om de stupa heen. Met steentjes tellen ze hoeveel keer ze erom heen hebben gelopen. In totaal moeten ze dertien keer. Ze rusten elke paar rondjes even uit. We lopen er zelf maar drie keer om heen en gaan dan even zitten. Een prachtig oud vrouwtje komt naast ons zitten. Haar gerimpelde gezicht laat nog goed haar fijne trekken zien. Haar ronde bruine ogen glinsteren als ze naar ons lacht. Twee lange grijze vlechten hangen op haar rug en aan haar voeten prijken geborduurde traditionele laarzen. Ze staat op om weer een paar rondjes te gaan lopen en haalt twee snoepjes tevoorschijn uit haar jurk. Ze geeft ze ons met de mooiste glimlach ooit. Elke keer als ze langsloopt, zwaait ze naar ons. We zijn helemaal weg van onze Tibetaanse oma. Ik moet bijna giechelen als Marnix het snoepje in zijn mond steekt. 33 Jaar en wat krijgen we van oma? Een snoepje!

Tashilhunpo is het klooster waar de Panchen Lama's opgeleid werden en woonden. Vrijwel onbeschadigd is dit klooster gebleven in de Culturele Revolutie. De echte Tibetaanse Panchen Lama is door de Chinese overheid gekidnapt (sindsdien is er nooit meer wat van deze jongen en zijn familiegehoord), maar ze hebben een Chinese versie aangewezen. Deze jongen woont in Shigatse onder strenge bewaking. De overheid probeert ook een wig te drijven tussen de Panchen Lama en de Dalai Lama, door hun versie van de Panchen Lama de macht te geven over het gebied rondom Shigatse. In Tibet zie je nergens de foto van de Chinese Panchen Lama, behalve dus in dit klooster. Ze zullen wel moeten. Het feit dat Tashilhunpo een van de grootste kloosters is, is niet aan de aandacht van de Chinese overheid ontsnapt. Ze houden de monniken goed in de gaten en hebben zelfs goed- Engels sprekende monniken aangesteld om de boel in de gaten te houden. Het zijn dan ook niet de meest vriendelijke monniken die we tegen zijn gekomen.

Het klooster is net als alle andere prachtig en we dwalen uren rond door de steegjes en gebouwen. Aan het einde zijn we toch ook een beetje kloostermoe aan het worden. We gaan maar naar huis en eten samen met Pedro en Jaime.

In volle glorie

De tweede dag is een lange dag. Voornamelijk omdat we vier uur voor wegwerkzaamheden moeten wachten, voordat we door kunnen. Ik had zo gehoopt dat we voor het donker in Old Tingri aan zouden komen. Het is namelijk een stralende dag en vanaf Old Tingri hebben we nog een kans om de Everest te zien. Het is pikdonker als we eindelijk aankomen. IN het gezellige Lhasa Hotel, een echt familiehotel, huren we een kamer met vier bedden. We hebben ontzettend honger en gaan direct eten in het restaurant, dat in Tibet eruit ziet als een huiskamer met banken en lage tafels. De twee dochters van het gezin, Lapatuma en Thiri, bedienen ons. Ze zijn vrolijk en maken de hele tijd grapjes. Lapatuma is misschien een jaar of dertien en trekt gekke bekken als ze langs loopt. Om 23.00 uur storten we allemaal een beetje in en gaan slapen. 

De volgende ochtend staan Marnix en ik vroeg op. Aan Thiri vragen we waar Qomolangma, zoals de Everest in het Tibetaans heet, te zien is en ze wijst een kant uit. We lopen direct naar buiten. Het vriest. Op de plassen water ligt een laagje ijs. We steken onze handen diep in onze zakken, maar kunnen niet voorkomen dat we na een paar minuten tot op het bot koud zijn. We lopen de weg af net buiten het dorp en staan perplex. De grote Cho Oyu reeks steekt helder en machtig af tegen de strakblauwe lucht. We slaan de weg in die de heuvel op gaat en daar is t'ie dan: de koning der bergen: de Everest. groots, koninklijk en ijzig. We bewonderen hem zoals hij daar in volle glorie staat, een beetje afzijdig van de andere bergreeksen alsof hij zijn speciale status nog even wil benadrukken. We zijn er stil van.

Koude douche

De rest van de dag racen we door het landschap van hoge pieken en passeren nog twee hoge passen. Dan duikelen we opeens omlaag. Zonder waarschuwing bevinden we ons weer in een groene, beboste omgeving. We zijn de boomgrens gepasseerd. De lucht is direct een stuk zwaarder, vochtiger en warmer. We zijn bijna bij Zhangmu, de grensplaats aan de Tibetaanse zijde. Verdrietig en met een zwaar hart gaan we de douane door en verlaten het oogverblindend mooie en hartverscheurende Tibet. Over de brug lopen we naar de andere kant van de kloof; de Nepalese kant. Het voelt alsof we worden aangevallen door mannetjes die een auto hebben en ons wel voor veel geld naar Kathmandu willen brengen. Mensen zijn onvriendelijk en geven geen antwoorden op vragen, ja lachen ons zelfs uit. Het is een ontzettend koude douche na de rust en vriendelijkheid van Tibet. Uiteindelijk kunnen we het eens worden over de prijs met een van de mannetjes en arriveren we rond 17.00 uur in Kathmandu. Maar onze hoofden zitten nog te vol van Tibet. Tibet heeft veel, heel veel indruk gemaakt en heeft soms ingeslagen als een bom. Het was bij tijden frustrerend om door een bezet land te reizen. We konden niet onze eigen gang gaan, moesten opletten met wat we zeiden omdat dat onszelf, maar vooral Tibetanen in gevaar kon brengen en dat heeft ons diep geraakt. China roept wel erg hard dat ze Tibet op een vreedzame en vrijwillige manier hebben bevrijd, maar ze gedragen zich alsof ze iets te verbergen hebben. We hebben zeker een paar dagen nodig om ruimte te maken voor dit nieuwe land Nepal, dat op het eerste gezicht meer op India dan op Tibet lijkt.